Soms is de wereld heel klein. In Nairobi drinken we koffie met Joost, journalist ter plekke en zoon van Annemiek en Marco. Met hen zijn we bevriend geraakt via de bouw van onze Harry en hun Troopy in Duitsland. Het is een leuke afwisseling om met een bekende onbekende te kletsen terwijl de was draait en we wachten op de uitslag van onze nieuwe Covid-test.
We hebben het geluk gehad om kleurig Kenia, zonder de grote aantallen bezoekers, in de afgelopen weken een klein beetje beter te leren kennen en ze heeft een speciaal plekje in ons hart veroverd. We willen graag meer van het land zien maar niet nu omdat we ons oorspronkelijke plan om naar het zuiden te reizen niet willen laten schieten. Het vrije kamperen dat zo gewoon is in de zuidelijke landen missen we, net als het kampvuurtje bij de auto. Daarbij speelt in ons achterhoofd dat het helemaal niet zo vanzelfsprekend is dat de grenzen op dit continent open blijven. Anders dan in Maart hebben we dit keer niet het voornemen om op korte termijn terug naar huis te vliegen als er opnieuw beperkende maatregelen komen. We zijn wel kieskeurig over de plaatsen waar we eventueel een volgende golf willen uitzitten als dat nodig is. Per week bekijken we wat wel en niet mogelijk is in deze bijzondere tijd en trekken ons plan om uiteindelijk, op enig moment, in Windhoek uit te komen. En dat is sneller dan we in Nairobi kunnen bedenken.
Het loopt inmiddels richting kerst en we zetten ons plan om dat te vieren bij André en Stichting Floja in Malawi door. We kopen kerstbrood bij Bbrood, de Nederlandse bakker om de hoek, en slaan van alles in om de dagen daar extra speciaal te maken. Van de Fotofabriek kregen we eerder een uitnodiging om hun eigentijdse polaroids uit te proberen. We laten foto’s die ik vorig jaar bij André maakte op dit nieuwe, grappige formaat afdrukken om mee te nemen En ook bij Studentendrukwerk zijn ze zo genereus om ons notitieboeken naar eigen ontwerp te laten testen. Ook die zien er aantrekkelijk uit. Gelukkig vind ik nog precies een gaatje in onze bagage zodat hier een exemplaar van mee kan . Het is voor het eerst dat onze blog commerciële aandacht trekt en voor ons is dit een mooie manier om te kijken of zo’n samenwerking bevalt.
Door Tanzania
Na eerdere ervaringen in Tanzania met corruptie, ontelbare politiestops, onzinnige boetes en de hemelhoge prijzen die gerekend worden voor alles waar je naar kijkt, willen we niet meer tijd in het land besteden dan nodig is. Met onze gestempelde en gewaarmerkte Covid-test uit Kenia hebben we 7 dagen de tijd om de 1600 km naar Malawi af te leggen. Dat klinkt als doenbaar, ware het niet dat delen van de tweebaansroute aan puin gereden zijn door het zware vrachtverkeer. De sporen in het asfalt zijn soms zo diep dat er een soort stoepband in het midden van de weg is ontstaan. Iemand passeren lukt nauwelijks.
Het is jammer dat Tanzania zo onvriendelijk is voor de zelfstandige reizigers. En wellicht ook voor haar eigen bevolking. Als we daar wel eens naar vragen krijgen we meestal een gebaar waaruit blijkt dat daar niet over gesproken kan worden. Wat we onderweg zien in Tanzania is namelijk prachtig. Een vallei met duizenden Baobabs, de knalgroene kameleons in de bossen van Usambara en de statige giraffen zomaar ergens langs de weg. Volgens de Tanzaniaanse president bestaat het nieuwe virus niet in zijn land en het gebrek aan voorzorgsmaatregelen, na het strakke regime in Kenia en Uganda, voelt onwennig. Merkwaardig genoeg verklaart de beambte bij de grens dat onze Covid-test ongeldig is. Hoezo? Er is hier toch geen test nodig? Maar gelukkig (je voelt het al aankomen) heeft de vriendelijke man een mooie oplossing voor dit onverwachte probleem. Er moet betaald worden. Na een half uur onderhandelen zijn we eruit. Hij boos en 10 dollar rijker, wij boos maar wel met een visum voor Tanzania. We zijn er alweer klaar mee voordat we een stap in dit mooie land gezet hebben.
Helaas geen Malawi en helaas geen Mozambique
Tijdens de schaarse internet-momenten bereiken ons berichten over de tweede golf in Zuid Afrika en de nieuwe virusvariant. We denken nog genoeg tijd te hebben om bij André wat uitgebreider naar nieuws te zoeken en te kijken hoe we in het nieuwe jaar verder kunnen omdat we vanuit Malawi toch ook graag door willen naar Mozambique. Helaas, het loopt anders. Als we twee uur van de grens in Mbeya overnachten, krijgen we laat in de avond bericht van Sascha ( die in Mozambique woont notabene) dat de grenzen van Malawi om middernacht onverwacht zullen sluiten. Gestrand in het zicht van de haven, heet dat.
Het doorkruist onze plannen voor kerst, waar ook André inmiddels uitkijkt naar onze komst en het blokkeert onze doorreis naar Mozambique waar we ons op het nieuwe huis van Sas en Chris in Tofo hadden verheugd. We balen, we slikken, we nemen een douche en maken een nieuw plan. Omdat we onder geen enkele voorwaarde langer in Tanzania willen blijven dan nodig, rijden we vroeg in de ochtend door naar Zambia dat ook maar op 2 uur rijden van onze slaapplaats ligt. Onze Covid-test is nog net lang genoeg geldig om dit land in te mogen.
In Nakonde nemen we de onoverzichtelijke chaos bij de douane op de koop toe. Op aanraden van de eigenaren van Utengule coffee-lodge, waar we gelijk vers gemalen koffie meenemen, gebruiken we voor het eerst een fixer die ons stoïcijns tussen de tientallen vrachtwagenchauffeurs en andere vrachtagenten door loodst. Het verzamelen van de verplichte stempels op meerdere verdiepingen en in verschillende gebouwen bij onduidelijke loketten vordert langzaam maar gestaag. Na drie uur zijn we klaar en mogen we aan de ‘Great North’ beginnen, de weg die naar Lusaka loopt. Waar al het vrachtverkeer gebleven is, is niet duidelijk. Het is opeens raar stil op en langs de weg, die in eerste instantie alleen uit diepe gaten en modderplassen bestaat. Tussen de modder worden er door kinderen paddenstoelen langs de route verkocht waarvan sommigen zo groot zijn als parasols. Of ze eetbaar zijn of bedoeld zijn om fijn te dromen, komen we pas later aan de weet, bij Mutinundo.
Onverwacht Zambia
En.. geen nadeel zonder voordeel.
We draaien de tweede dag de Great North af en rijden gelijk een prachtig natuurgebied in dat, hoog op de breuklijn, grenst aan de nationale parken in Luangwa, een gebied waar goede herinneringen liggen aan de reis die we met Chris en Sas alweer drie jaar geleden maakten. Er wacht ons een hartelijk welkom door de eigenaren van Mutinundo, die zich, na zoveel stille maanden, verheugen over nog meer gasten met kerst. De ‘special campsite’ is onverwacht vrij gekomen en we mogen gebruik maken van een plek met adembenemend uitzicht over de bossen en merkwaardig gevormde, ronde bergen. Er meandert een stroompje in de diepte en in de avond, bij ons eerste kampvuur sinds weken, worden we door de hyena’s getrakteerd op een concert. Onze kerstavond, met een paar ranzige braadworstjes en de laatste gebakken aardappels, krijgt nog extra glans doordat de bliksem de omgeving in een geheimzinnig licht zet. De regentijd is begonnen en we zien het vaker flitsen dan ik leuk vind.
Het diner op eerste kerstdag willen we hier niet missen. De geuren die al vroeg uit de keuken komen zijn om te watertanden en we mogen alvast de gefrituurde paddenstoelen proeven die bij de borrel geserveerd worden. Het blijkt een soort te zijn die wij eekhoorntjesbrood noemen. Vlezig, stevig en erg smakelijk. Het wordt een bijzondere avond. (Misschien ook wel door de paddenstoelen, wie weet). We treffen een Nederlands/ Duits stel die uitgezonden zijn voor de Duitse ambassade en waar het gelijk mee klikt. En de wereld is opnieuw klein als zij opeens een oud-collega in een groepje van drie meiden herkennen die wij al vanaf Daresalam op elke kampeerplek treffen. Op hun beurt herkennen zij onverwacht ook weer mensen onder de andere gasten. Gek en vertrouwd om zo midden in een natuurgebied, ver van welke bewoning dan ook, kerst te vieren met vijftien mensen die je niet kent maar die toch iets bekends hebben. Misschien is kerst wel zo bedoeld
Opeens in Namibie
De wereld wordt nog een beetje kleiner. Het toeval wil dat Sven en Judith, die we ooit in Zimbabwe ontmoet hebben en waarmee we vaker optrekken in Afrika en Duitsland, hun landcruiser vanuit Lilongwe naar Windhoek willen brengen. Alsof het zo moet zijn, treffen we elkaar in Lusaka. Inmiddels sluiten de grenzen van Zuid- Afrika, Zimbabwe en Mozambique opnieuw en of er nog meer grenzen dicht gaan, blijft onvoorspelbaar. Als ook de eerste grote regenbuien in Zambia zich aandienen besluiten we niet te lang te treuzelen en met Sven en Judith mee te reizen naar Windhoek. Maar voor het zover is, vieren we samen oud en nieuw in Livingstone. Bij Kajube Estate wacht een karakteristiek ‘riverhouse’ op ons. Heerlijk om op je blote voeten over de prachtige oude houten vloeren naar het terras met uitzicht op de Zambezi-rivier te lopen of decadent in ons privé zwembad, voor de openslaande deuren, af te koelen.
Op nieuwjaarsdag steken we de grens over naar Namibie. We zijn bijna vergeten hoe gemakkelijk en overzichtelijk dat hier geregeld is en behalve wat oponthoud voor de gezondheidscheck, zitten we na een uurtje al aan een Namibisch biertje op een druk terras aan de rivier. We maken plannen om de komende dagen door te brengen in drie weinig bezochte parken, aan het uiteinde van de Caprivi-strip.
We houden van de reuring van Oost Afrika. De kleuren, de drukte, de gekke borden op de winkels, de goed gevulde markten, een oplossing voor alles en de klaterende lach die je zo vaak daar treft. Gek genoeg voelt Namibie, meer als een veilige haven. Misschien omdat we inmiddels de nodige contacten daar hebben, misschien omdat de bakker apfelstrudel bakt, misschien omdat we een goede stalling en garage voor de auto hebben, misschien omdat we het Afrikaans in de lokale kranten goed kunnen lezen en volgen. Of gewoon omdat het in deze tijd zomaar heel fijn is om in een vertrouwde omgeving te reizen. Ondanks dat we er al snel achterkomen dat hiervandaan naar huis vliegen voorlopig niet zo eenvoudig gaat worden, voelt het niet alsof we ‘opgesloten’ zijn. Onze terugreis is pas eind April gepland en het lijkt erop dat we ons hier voorlopig niet hoeven te vervelen. Het land is groot en er is meer dan we niet hebben gezien dan wel
Een week later staan we in Etosha, het grootste nationale park in Namibie. Door de buien die om ons heen dreigen, zien we minder wild dan anders maar in plaats daarvan zijn de wolkenluchten extra indrukwekkend. De grote zoutpan, die het karakteristieke centrum van het park vormt, laat zich van haar kleurrijkste kant zien. De duizenden flamingo’s in de verte vormen een vage zachtroze afbakening tussen land en lucht. Zo zagen we de pan nog niet eerder. Als we een plekje willen reserveren op Namutoni, onze favoriete en nu heel lege kampeerplaats aan de oostkant , herkent de mevrouw achter de balie ons opeens. Of we net als drie jaar geleden muffins voor haar meegenomen hebben? We wisten het al, de wereld is heel erg klein.
Route