Het is niet altijd zonnig in Botswana

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal
Twee leeuwen en een vlinder

Nee he!  Ons kamp hebben we net opgeslagen  aan een idyllische pan zonder naam. Ergens in het zuiden van Botswana. We hebben onze permit gehaald bij de leuke meiden van de Community Office en wanen ons, in dit deel van de Kalahari, alleen op de wereld. Niet dus. Een uurtje nadat we ons gedoetje ingericht hebben, komt in de verte een oude landcruiser aan tuffen. Met een zelfbouw caravannetje. Ziet er wat Tokkie-achtig uit. We hebben onze mening natuurlijk alweer klaar. Hopenlijk rijden ze door. Maar helaas. Ze draaien om de pan heen om even bij ons te komen buurten en de weg te vragen. Rudy en Sanna, twee zuid Afrikaanse maatjes, rijden namelijk graag ‘intuïtief’. We leren  in de komende dagen dat ze wel zien waar het schip strandt. Wij houden erg van een doel aan het eind van de dag en, als het moet, navigatie per meter. Verschillender kan niet maar we hebben wel gelijk een klik.

Als die avond, bij een ijskoud biertje, een sappige steak op de braai spettert, bekennen ze dat ze in onze auto eigenlijk een paar brommerige Duitsers met bierbuiken verwacht hadden. Omdat ze echt geen idee hadden waar ze heen moesten om de noordelijke ingang van Kgalagadi National Park te bereiken, zit er toch niet anders op en te stoppen om ons even aan te schieten. En dan gauw weer weg te gaan. Een mooi begin van een paar gezellige dagen-samen-onderweg.

Het caravannetje
Nieuwe plannen

De Zuid Afrikaanse vrienden wonen beiden in de North Cape Provence, noordelijk van Kaapstad. Rudi werkt een deel van het jaar in de visserij in Alaska en wil graag de andere helft van het jaar zijn geld verdienen als gids/ kok voor kleine gezelschappen.  Met zijn kookkunsten is niets mis. Op het kampvuur tovert hij een heerlijke stoofpot. Wij zijn dankbare proefkonijnen. Sanna is mee om nieuwe routes uit te testen. Of eigenlijk om te kijken of de routes uit hun jeugd nog bruikbaar zijn. Sanna runt een hostel in Nieuwoudtville waarvan ze, samen met haar drie zussen, eigenaresse is. Verbouwingen doet ze eigenlijk altijd zelf.

Grens Chaos

Tijdens de paar dagen samen, groeit er als vanzelf bij ons een nieuw plan als Sanna ons op het hart drukt om vooral bij haar te komen kamperen als ‘die blommen bloeien’ in Augustus. Nieuwoudtsville is niet voor niets de ‘Bulb Capital of Africa’. We rijden die kant meestal niet op omdat we in de blommen-tijd vanaf Windhoek doorgaans onze ‘over-herfsting- trip’ beginnnen richting Zimbabwe.  Maarrrrrr het toeval wil dat we niet veel vertrouwen hebben in de introductie van nieuwe visum-regels in Namibië.  De eerste gekkigheden waarbij gevraagd wordt om certificering van je paspoort en een bewijs dat we in geen enkel land een ‘criminal record’ hebben, zijn inmiddels achterhaald maar de initiële eisen klinken naar een ongastvrij onthaal. Daarbij komt dat we een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor ‘retired persons’ in Zuid Afrika in gang gezet hebben. Nog een goede reden om in Augustus onze najaarsreis vanuit Kaapstad te beginnen.

Wel weer een lang verhaal om uit te leggen dat we deze keer van Windhoek naar Kaapstad rijden, onze Harry midden mei in de handen van Duncan zullen achterlaten (die voor ons inmiddels al drie keer een auto verscheept heeft) om vervolgens in Augustus een keer ‘tussen de blommen’ te kamperen.

Alvast het eerste 'blommetje'
Plakken in Windhoek

Zover is het voorlopig nog niet. Eerst onze auto nog ophalen in Windhoek waar Veit (de zoon van Tom, de bouwer van onze Harry) een nieuwe tent in de auto gezet heeft. De afspraak daarvoor verliep moeizaam en echt gelukkig waren we er niet mee dat deze klus gedaan werd terwijl wij nog in Nederland zijn. Alsof je huis verbouwd wordt als je niet thuis bent. Gelukkig willen Frans en Flos alvast wat spullen meenemen als zij eind Februari naar Windhoek gaan en is het voor Christina geen moeite te veel om de rest bij DHL op te halen nadat we een hoop heen en weer gebeld hebben met het lokale kantoor over douane-formaliteiten. Mijn opluchting is vooral heel groot als Angi en Thomas (die vorig jaar als vermist opgegeven waren terwijl ze met ons in Kgalagadi stonden) ons ook nog  laten weten dat zij op Elisenheim staan en een oogje in het zeil zullen houden. De tent ziet er weer als nieuw uit en ook binnen is het spic en span opgeruimd. Geen spoor meer te vinden van het werk dat is verzet en de tent zit er weer strak in. Heel erg blij met zulke reisvrienden.

Als Nicole ook nog onze nieuwe kussens voor het bed klaar heeft liggen, is eigenlijk alles gereed voor vertrek als we aankomen. Toch lukt het ons nooit om gelijk boodschappen te doen en  op pad te gaan. We hebben inmiddels een uitgebreid netwerk in en om de stad waarmee natuurlijk  bijgekletst, koffie gedronken of gegeten moet worden. Verder schiet het sowieso niet erg op vanwege de regen waarop we elke middag, onder begeleiding van heftige donder en bliksem, getrakteerd worden.  De Namibiërs zijn er blij mee. Sinds lang vullen de dammen zich weer en er stromen rivieren waar we deze nooit eerder gezien hebben. Ook de waterval boven Elisenheim is nieuw. Hij stort net langs het huis op de berg van Andreas en Christina naar beneden en ze zijn er zichtbaar gelukkig mee.

Bij Jansen
Wel of geen Central Kalahari

Inmiddels zijn we niet heel zeker van onze plannen om Michael en Astrid in Central Kalahari National Park te treffen. Eerder zijn de parken in Botswana tijdelijk gesloten vanwege het aanhoudende water en explodeert het aantal Malaria-gevallen als gevolg van de nattigheid, ook in gebieden waar we dit niet eerder zagen. Gelukkig hebben we nog voldoende malaria-tabletten in onze voorraad en besluiten we eerst maar eens poolshoogte te nemen in het oosten van Namibië. Dit deel slaan we meestal over en dat is niet terecht. De hoge zandduinen zijn knalrood en nu deels bedekt met lichtgevend groen gras. We hebben tijd genoeg om sporen te zoeken rondom onze slaaplekken. Vooral in de nacht scharrelt er nog wel wat in de buurt. We vinden aardvark-sporen (die zouden we zo graag nog eens in levende lijve willen zien) en iets van een kat. Waarschijnlijk African Wild Cat. Bij Jansen Guesthouse (nee, naam is niet door ons verzonnen) gaan we mee met Mario, een van de San-mannen, op zoek naar schorpioenen. Er komen hier twee soorten voor. Giftige en heel giftige.  Wij vinden alleen de eerste categorie, diep verstopt in de struikjes maar wel helder oplichtend in het blauwe licht van ons UV-lampje. Schorpioenen steken je gelukkig nooit zomaar en geven ook nog eens klik-geluidjes om je te waarschuwen. Toch zien we ze liever gaan dan komen. Het is vooral leuk om in het donker over het duin te struinen terwijl er om je heen zebra’s en giraffen  grazen en smakken. Ik loop graag op slippers, ook in de avond, maar voor onze struintocht met Mario, graaf ik toch de dichte schoenen maar weer uit de kast. En die schoenen komen inmiddels ook overdag goed van pas. Het gras dat hoog staat is een uitstekende verstopplek voor slangen. Later zien Michael en Astrid, die op enig moment voor ons rijden, in ieder geval twee grote exemplaren op de weg liggen zonnen. Een python en een zwarte mamba, gissen we. Fijn dat ze meer van ons schrikken dan wij van hen.

Groener dan groen
Eindeloos uitzicht

Maar zover is het nog niet. De weersvooruitzichten voor Botswana zijn verontrustend. Fijne  temperaturen maar de rode vlekken op de kaart voorspellen nog steeds heftige plensbuien. We gaan toch op weg voor onze grote ronde door Central Kalahari met het idee dat we altijd om kunnen draaien. Dat blijkt overigens een illusie te zijn. Nadat het park een paar weken gesloten is geweest, is de weg nog in verrassend goede conditie. Het stevige zand in de diepe plassen voelt al snel vertrouwd. Geen vuiltje aan de lucht. Wel waarschuwt de ranger bij de Tau-gate (die nog verder ingestort is dan de vorige keer) dat er de laatste dagen 90 mm water gevallen is. De cruciale kruising bij Passarge Valley zou daardoor in een modderige valstrik veranderd zijn. Hij is ongerust over onze plannen om naar de andere kant van het park te rijden en geeft ons de telefoonnummers van de gates mee voor het geval we ergens stranden. Heel aardig natuurlijk maar beide gates hebben geen beschikking over een auto dus wat ze met onze nood-oproep kunnen doen is niet duidelijk. Omdat er geen netwerk meer is kunnen we deze gate telefonisch toch niet bereiken. Maar dat terzijde …. Het gebaar is goed bedoeld. Voor de betaling van onze conservation fees worden we naar een ander kantoortje verwezen. Waar dan? De volgende mogelijkheid is 250 km verderop. De ranger maakt zich er niet druk om. En wij gaan eerst maar eens een nachtje verderop kamperen. Kunnen we gelijk ontdekken hoe de weg binnen het park erbij ligt en onderweg kijken of er reuring is bij de Motopi-drinkplaats. De laatste keer dat we hier waren, werden we op dit pad  gestopt door de grote branden in het park. Het zal toch dit keer niet het water zijn dat roet in het eten gaat gooien?.

Pirouette
Harry als ballerina

Net als we de volgende ochtend na de koffie denken dat het allemaal wel meevalt, maakt Harry een onverwachte pirouette in een onschuldig lijkende plas. We staan gelijk vast. Niet meer vooruit en niet meer achteruit. Vastgezogen in cotton soil, het glibberige, plakkerige, snotterige goedje dat we zo vervloekt hebben in Kenia en Oeganda. Zelfs te voet is de vieze drab een uitdaging. Ed begint met het graven van een geul. Met behulp van alle diff-locks en in low gear manoeuvreert hij onze zwaargewicht verder door de zuigende blubber. Niet erg elegant maar wel effectief. We zijn er dan nog niet maar staan wel weer met twee wielen op vaste grond. Draaien gaat echt niet meer want het gras naast ons verhult nog diepere prut. Voor ons zien we een soort van meer met her en der wat drogere plekken. We beginnen met het weghakken van struiken. We hebben niet voor niets een bijl bijdehand. De grond daaronder geeft in ieder geval houvast. Meter voor meter zoeken we onze weg. Ik loop al glijdend voor de auto uit , inmiddels 10cm groter door de bagger onder mijn schoenen, terwijl we gadegeslagen worden door een jackal en een groep gemsbokken. Misschien loopt er nog wel meer, maar dat negeren we voorlopig dan maar. Na een uur hard werken heeft Ed de auto zonder kleerscheuren door de troep heen gelaveerd en staan we voldaan aan de andere kant van het water. Terug gaat niet meer.  

We zijn er bijna
Iets te wilde kampeerplek

Het park heeft een beperkt aantal kampeerplaatsen en zomaar ergens gaan staan is niet de bedoeling. De plek die we geboekt hebben ligt ver achter ons. Opnieuw door de cotton soil drek is geen optie. Verderop weten we wel een nood-plek te liggen. Niet ver van een hoog gelegen, zanderige doorgangsweg. Het is redelijk droog op ons noodkamp en we genieten van het late zonnetje en het overweldigende uitzicht over de vlakte om ons heen. Een paar dagen dit weer en de wegen worden weer zo hard als beton. Met een, nog net niet gerust, gevoel gaan we slapen. Maar niet lang. Knetterend onweer en plenzende regen halen ons uit een diepe slaap. We hebben geen idee hoe lang dit gaat duren maar we weten wel dat we uiteindelijk geen gelukkige plaats gekozen hebben als dit onweer lang aanhoudt. Het laatste stuk, dat vanmiddag droog was, is alweer veranderd in blubber.

Onze nood-plek

We hebben er gelukkig een gewoonte van gemaakt om de auto startklaar te hebben voordat we gaan slapen. Zeker als we wild kamperen. Geen losse spullen die om of in de wagen slingeren. Ons lesje hebben we allang geleden geleerd. Is het geen hyena die komt stropen dan is het wel of  een nieuwsgierige olifant, een  aap op strooptocht of noodweer dat je overvalt. Het blijft wild Afrika. Er is alleen een trapje dat naar binnen moet, kampeerstoelen die van de voorstoel naar achteren worden verhuisd en het dak dat ingeklapt moet worden. Weg zijn we. Naar het zanderig pad verderop dat wat hoger ligt. Geen grappige aktie, zo glibberend door de bagger in het stikdonker. Tientallen gems- en springbokken zijn opeens te zien in het licht van onze schijnwerpers en staren ons verbaasd na.  Het pad is natuurlijk wat verder dan we ons herinnerden maar ook droger dan verwacht. We kunnen Harry op een redelijk vlak stuk zand, in het hoge gras, parkeren. Net naast het spoor. Dak weer omhoog en morgen zien we wel verder.

Ze stonden er allemaal, ook in het donker

Om een uur of zes horen we leeuwen in de verte brullen. Dat is een beter geluid om mee wakker te worden dan de regen. Goed moment voor koffie, ontbijt en een verfrissende ‘bushdouche' ( een ‘Swiss Army Bag’; een rubber zak met douchekop, eigenlijk geproduceerd voor het Zwitserse leger). De wereld ziet er gelijk anders uit maar we vragen ons wel af waarom we gisteren niet gelijk hogere grond gezocht hebben. Afgeleid doordat de vallei zo prachtig was misschien? De dieren die zo vlakbij stonden te grazen? Moe? Maar vooral ook tegen beter weten in geloven dat het wel mee zal vallen. Het is elke keer weer verassend hoe je toch moet omschakelen van de veiligheid en voorspelbaarheid thuis naar de onvoorspelbaarheid van de natuur. Ook met zoveel jaren ervaring op de teller.

Vroege kerst
Op zoek naar Michael en Astrid

In de ochtendzon zoeken we de aanvoerweg op waarlangs de enige lodge in dit gedeelte van het park, via een andere, oostelijke, ingang van het park, bevoorraad wordt. We hebben wel al even poolshoogte genomen in de vallei waar we vandaan kwamen (wie weet zien we de leeuwen nog) maar die weg is in beide richtingen nog zo glad als spek.  De voor ons onbekende doorgangsweg loopt duin op duin af. Van droog zand naar diepe plassen met mooi zicht op de pannen onderweg. De meeste struiken zijn behangen met een woekerende klimplant waardoor het eerder op een jungle lijkt dan op een woestijn. Overal hangen knalrode vruchten die wel wat van kerstballen weg hebben.

Was het deze vanochtend?

We komen onderweg een gids tegen die ons laat weten dat het grootste deel van het park onbegaanbaar is. Er staat ergens een safari-wagen vast en ook Nederlanders hebben vanuit hun huur-auto gebeld om hulp. Vastgezogen in de modder. Hulp krijgen in Central Kalahari is altijd al een uitdaging. Met een beetje geluk wil iemand van de lodge je wel helpen maar onder deze omstandigheden gaat niemand op pad.  

Gevonden!

Het klinkt alsof we niet ver gaan komen dus we schakelen over van een plan voor een langere route door Central Kalahari naar een plan voor vandaag en misschien voor morgen. Vandaag gaan we in ieder geval proberen om Michael en Astrid te vinden die in de loop van de dag hier aan zullen komen, maar waar precies weten we niet. En de vraag is nog maar of het hen ook lukt om het park in te rijden. De toegangsweg vanaf de andere kant is lang en waarschijnlijk ook heel nat.

Onze wegen kruisten twee jaar geleden in Matusadona in Zimbabwe waar we een bijzonder gezellig verblijf hadden aan het Kariba-meer. Al snel komen we er achter dat Ed en Astrid elkaar ergens vaag van kennen. Blijkt Ed ooit de grondwerktuigkundige geweest te zijn op de Airbus310, waarmee Astrid destijds als co-pilot vloog . Wat is de wereld weer klein. Het hek is gelijk van de dam, want als de blauwe (KLM)verhalendoos eenmaal open gaat is het eind zoek. Ook Michael blijkt namelijk KLM’er te zijn (geweest). Beiden hebben hun carrière als gezagvoerder in dezelfde tijd afgesloten als Ed afscheid nam van KLM.  

Afgelopen jaar lukt het niet om elkaar in Namibië te treffen doordat wij oponthoud hebben in Swakopmund. Dit jaar lijkt het in Botswana ook weer een uitdaging te worden door de regen. Omdat we pas de volgende dag een ontmoetingsplek afgesproken hebben, moeten we een beetje gokken waar ze vandaag naar toe zouden kunnen gaan. We hebben geluk. Na een paar uur blubber rijden wordt het tijd voor een koffiepauze. Gelukkig loopt de enige weg vanaf de park-ingang  net in het zicht van onze pauze-plek. We treffen elkaar precies in een modderplas bij de dichtstbijzijnde kruising. De verhalen-carousel  kan weer starten.

Koffie met stoopwafels op Piper Pan

Anders dan anders

Omdat onze verwachtingen zo laag zijn, valt alles mee. Het mooie van de chaos in het park is namelijk dat er ook weinig bezoekers zijn en de campsites die normaal meestal geboekt zijn, staan nu leeg. Dus vroeg in de ochtend gaan we op pad, zoeken een mooie ontbijt/koffieplek, houden veel langere pauzes dan anders, rijden weer een stukje en zoeken voor de avond de mooiste beschikbare kampeerplek.

De mooiste plek van vandaag

Het gaat heel anders dan anders omdat niet alleen veel wegen onbegaanbaar  zijn maar ook het gras heel hoog is na de recente regens. Vinden we dat vervelend? Nee, in tegendeel. Er is nog zoveel te zien en te beleven. Zoals de uilen die vaak te horen en soms te vinden zijn op de kampeerplek. Een grote Eagle Owl kijkt vanaf de reserveband Astrid recht aan bij het wakker worden. Goedemorgen! Dan zijn er nog honderden Maraboes die hier in deze tijd fourageren, een eenzaam gemsbokje dat paniekerig op zoek is naar zijn moeder en door de springbokken wordt verjaagd, slangen op de weg, giraffen, duizenden quelia’s (kwebbelende vogeltjes die zich in grote wolken verplaatsen). En fantastische wolkenluchten. We hebben alle tijd om lang te stoppen, met de camera’s achter een Weida aan te hollen (vogeltje met een prachtige lange staart) om vervolgens te ontdekken dat alleen zijn staart op de foto staat, de eerste majestueuze mannetjes leeuw te zien en vooral heel veel verhalen te delen. Grappige maar vaak ook persoonlijke en serieuze. Er wordt veel geplaagd en nog meer gelachen. Het zijn heel relaxte dagen. Bij elke stop komt wel wat lekkers ergens uit een auto. Spekkoek, stroopwafels, speculaas bij de koffie of chips, wasabi-nootjes, salami bij de borrel.  We lijken wel rijdende Koek& Zopie-wagens.

Tijd genoeg voor de vogels

Piper Pan

Intussen merken we dat, ondanks een enkele bui in de nacht en de onophoudelijke onweersflitsen die de zwarte hemel oplichten, de wegen toch elke dag een beetje verder indrogen. Twee stappen vooruit, een stap achteruit. Langzaam groeit de hoop dat we misschien toch nog naar het zuiden van het park kunnen rijden. Naar Piper-Pan, een afgelegen grote grasvlakte waar twee kampeerplekken zijn. Samen hebben we daar boekingen voor vier dagen. We besluiten uiteindelijk de sprong te wagen. Eenmaal daar, kunnen wij de zuidelijke, zanderige uitgang nemen om door te rijden naar Zuid Afrika. Michael en Astrid kiezen, als alles goed gaat, een  noord-oostelijke route om via  Ghanzi naar Namibië te rijden.

De eerste die we zien is de baas van Deception Pan

De weg blijkt slechts op een paar kleine stukken glibberig en glad. Niet erger dan wat we inmiddels gewend zijn. Onderweg treffen we niet alleen veel hoefdieren maar ook een leeuwenfamilie die uit ligt te buiken na hun gemsbokvangst. Aan het eind van een lange dag rijden kijken we uit naar een glaasje wijn met zicht op de pan. We hebben inmiddels het avondeten, als vanzelf, in elkaar geschoven en koken om beurten. Gezellig, makkelijk en het scheelt weer afwas. Vanavond staat er steak met onze favoriete stroganoffsaus op het programma.

En later ook nog de baas van Piper Pan

De auto’s staan nog niet op de plek of we horen leeuwen brullen. Niet een enkele maar een heel stel. We hebben de Piper Pan Pride snel gevonden. Een grote man, vier dames van formaat en drie jongere, speelse,  leeuwen. Je kunt merken dat er dit seizoen nog weinig bezoekers in dit gebied gereden hebben. De dieren zijn schrikkerig en toch ook nieuwsgierig.  Geen goed plan om er dichtbij te staan. We hebben alle dagen plezier van deze roofdieren familie.

Op jacht in het laatste licht

We vinden ze in de struiken kluivend op de restanten van een wildebeest, dan weer drinkend bij de waterplaats. Hoe uniek is het om met een bekertje koffie op de open pan te genieten van de jonge leeuwen die in de ochtendzon met elkaar stoeien. Nat van de dauw.  Of bij het late licht onbeholpen achter de springbokken aan te jagen. Het blijft bijzonder dat de leeuwen vaak allemaal tegelijk brullen, ook al liggen ze naast elkaar. Meestal hoor je er één of twee.  Maar acht tegelijk, rondom onze auto’s, is wel een heel speciaal concert. Wat een feest! Zeker ook omdat we de enige bezoekers zijn en er pas laat op dag drie een auto langskomt. Het voelt  alsof we het hele park voor onszelf hebben.

Leeuwen en nog eens leeuwen

Het oorspronkelijke plan om na Piper Pan elk ons weegs te gaan gaat snel overboord als onze reisgenoten de suggestie doen om met elkaar de grote Central Kalahari ronde af te maken. De omstandigheden in het park zijn serieus verbeterd maar ook nog steeds onvoorspelbaar. Daarnaast vinden we het allemaal erg gezellig om nog een paar dagen zo samen aan te rommelen. De koelkasten worden leeg geschraapt en er komt nog een avond zuurkool ( met juskuiltje), Pasta Bolognaise en wrap met kip en groenten tevoorschijn. Astrid tovert op enig moment ook nog een perzik-crumble uit de Dutch oven. Verhongerd zijn we zeker niet.

Uitzwaaien

De paar laatste dagen spenderen we in Passarge Valley waar de leeuwen nog geen driehonderd meter van onze koffieplek blijken te liggen terwijl wij wat rommelen met de auto’s, foto’s en een boek dat maar niet opschiet. Als uitsmijter vindt Michael een caracal en passeren we onderweg nog een groep van maar liefst 32 giraffen die ons met vriendelijke ogen nieuwsgierig bestuderen. Dan zit het er toch echt op. Na 14 dagen Central Kalahari is de warme douche in Ghanzi echt wel weer een traktatie. Het is even slikken als we de volgende dag afscheid van elkaar nemen. Het was ook zo’n bijzondere en intensieve tijd. Dag lieve Astrid en Michael. Dankjulliewel voor deze bijzondere, spannende en vooral ook gezellige dagen. Met jullie was het zeker nooit saai.

Route

Namibie

Windhoek (Elisenheim Campsite), Leonard Ville (Kalahari Scenic Dune Camp), Mariental (Jansen Kalahari Guest Farm), Gobabis (Xain Quaz Rest Camp)

Botswana

Ghanzi (Symponia Lodge & Camp), Central Kalahari Game Reserve (Motopi 1, Passage Wild Camp, Kori 3,Sunday Pan 2, Sunday Pan 2, Kori 4, Piper Pan 1, Piper Pan 2, Passage Valley 3, Motopi 2), Ghanzi (Symponia Lodge & Camp)

No items found.
Story tags:

More Stories from Archive