
Soms laat een verhaal zich lastig schrijven. Dat is zeker niet omdat het de moeite van het vertellen niet waard is maar vooral om we allebei nog steeds overweldigd kunnen zijn door van alles dat we onderweg meemaken. De gebeurtenissen rijgen zich in een razend tempo aan elkaar en tijd nemen om al die indrukken een plekje te geven, lukt onderweg gewoon niet. Laat staan dat ik het op papier krijg. Dit keer vertrekken we alweer 10 weken na onze thuiskomst eind december opnieuw naar Namibië, waar een nieuwe tent op ons wacht. Ik koester dan altijd de illusie dat er genoeg tijd is om onderweg wat te doen en het verhaal van de laatste reis af te maken. Tegen beter weten in….
Afijn, genoeg gezeurd. Hierbij alsnog het verhaal over onze belevenissen nadat we, sneller dan we wilden, in November uit Mozambique vertrokken.
Van Mozambique naar Zuid Afrika
We hebben deze reis een gelukkige hand in het kiezen van onze route en de kampeerplaatsen onderweg. Alsof de weg zich vanzelf ontrolt en onze voorkeur voor afgelegen plekken kent. Ook de keuze die we maken om de eventuele onrust onderweg in Mozambique te ontlopen pakt goed uit. Het is stil op de weg als we met tegenzin bij Sas en Chris vertrekken. Geen vrachtwagens, geen bussen. Nadat we in de buurt van XaiXai de doorgaande kustweg verlaten om via wat B-wegen, naar de grenspost in het Kruger/Limpopo park te rijden, zien we vooral fietsend en lopend verkeer. Het is een ontspannen route om te rijden. Dorpjes, oude, koloniale gebouwen, wetlands en rode wegen. We vinden nog net een venter van cashewnootjes voor een lekkere snack onderweg en als we een koffiestop inlassen, treffen we het met de mango-pluksters die graag wat fruit ruilen voor Meticals, de lokale valuta.

Vroeg in de middag rijden we naar de grote Massingir-dam waar we kunnen kamperen. Een prachtige plek bij een uitgestrekt blauw meer. Jammer dat de eigenaren niet erg toeschietelijk zijn. Ook hun Jack Russel houdt niet van gezelligheid. Uit het niets probeert hij mij te bijten. Dat is weer even wat anders dan Raley en Lucy die vrolijk rondom onze auto in Tofo ravotten. Maar de lokatie blijft mooi.
De grensovergang naar Zuid Afrika ligt een uurtje rijden hiervandaan en met weinig oponthoud rijden we vroeg in de ochtend, vanuit het Mozambikaanse Limpopo National Park het Zuid Afrikaanse Kruger park in. De fel gekleurde ‘kerstbal’- bloemen (weet nog steeds niet hoe ze echt heten) laten zich onderweg zien. Vlak na een regenbui zie je opeens de rode kleuraccenten tussen de bosjes verschijnen. Meestal zie je dan ook veelkleurige sunbirds die met hun kromme snaveltjes naar de nektar zoeken. Maar op deze druilerige ochtend laten die het afweten.

Het park brengt ons altijd in verwarring. De enorme kampen met hoge hekken zijn niet ons ding. Maar de kleinere, die soms alleen verlicht zijn met olielampen, zijn juist weer heel knus. De doorgaande asfaltwegen vinden we echt niet leuk en vaak te druk. De smalle, onverharde wegen daarentegen, brengen ons meestal wat bijzonders. Dit keer worden we getrakteerd op een zwart-witte honingdas, neushoorns, blonde leeuwen en een intimiderende ‘Martial Eagle’ die lastig gevallen wordt door een kleine Drogon. Een moedig zwart vogeltje dat de roofvogel, die een spanwijdte kan hebben van 2,5 meter, uit zijn territorium probeert te verjagen

Er valt zo af en toe een pittige bui en modderige zijpaden worden al snel afgesloten vanwege de diepe geulen waarin het water zich ophoopt. Gelukkig blijft de heftige storm, die op een van de grote zuidelijke terreinen veel tenten en zonneschermen het park in blaast, ons bespaard.
We kiezen een route via de noordelijke uitgang van het Kruger die ons naar de Venda brengt, een bergachtig, vruchtbaar gebied. Onze 3-maands visa voor dit enorme land verlopen over een paar dagen. Er blijft nog precies genoeg tijd om wat door het noorden te struinen.



Ivory Route
De stalletjes met avocado’s, watermeloen, sinaasappels en andere verse producten, verschijnen weer in het straatbeeld. Voor een grote zak sappige, zoete lychees stoppen we bij een goedlachse oudere dame. We hebben dierbare herinneringen aan dit deel van Zuid Afrika . Het is ongemerkt alweer lang geleden dat we met onze vrienden Ed en Mireille, toen nog in twee Bushlore huurauto’s, hier geprobeerd hebben de Ivory Route te vinden. Die zou ons door het gebied van de witte spook-leeuw brengen. Alleen zichtbaar voor vrouwen. Het spook liet zich toen niet zien. Dus we nemen de tijd voor een herkansing.




Al zoekend naar die route van toen, komen we in een bosgedeelte met grote spiegelende meren, rechte rubberbomen en geordende rijen productie-hout. Het is er prachtig en aan de vogels te horen is het er ook goed vertoeven. Aantrekkelijke wild-kampeerplekken zijn er in overvloed, maar we aarzelen omdat we er niet zeker van zijn of deze meren een spirituele betekenis hebben voor de lokale bevolking. Vragen kunnen we het niet. Er is hier verder niemand op pad.
De weg langs deze heldere meren is smaller, stiller en langzamer dan we ons herinneren en we halen het lager gelegen, heilige Lake Fundudzi niet voor donker. Het is een plek waar de voorouders vertoeven en mag alleen maar op zijn kop, tussen de benen door bekeken worden. We mogen daar sowieso niet kamperen dus we zoeken, in plaats daarvan, onze weg vanaf een hoge pas, naar Kamp Mangwele, waar Thomas nog steeds de care taker is. Helemaal blij komt hij ons begroeten en weet nog iets van onze huurauto’s van destijds. Een prachtig verhaal dat niet echt kan kloppen maar zoveel vriendelijkheid verdient natuurlijk een greep in onze zak lychees.

Thomas is wel verbaasd over de weg die we genomen hebben. De korte route naar de campsite loopt namelijk via een bergpad waardoor we een serieus aantal kilometers af konden snijden. De afdaling bleek niet ons beste plan. Grote keien, stijl en diepe geulen. De regen van drie jaar geleden heeft de weg zwaar beschadigd. Daarom stond er ook een onduidelijk maar wel groot bord. Dat we vervolgens genegeerd hebben. Ed vond het prachtig om zo toch naar beneden te kruipen. Ikzelf was wat minder enthousiast. Maar het leed is in de avond snel geleden bij een smakelijke maaltijd en een fijn flesje wijn.

Als we bij het ontbijt de volgende dag wat opgewarmd zijn door de eerste zonnestralen, pakken we de draad weer op en vervolgen onze weg kris kras door de heuvels. Langs fruitkwekerijen en zwaar bewaakte boerderijen. Er worden daar vooral antilopen gefokt voor de consumptie. We komen uit in Messina, een rommelige en drukke plaats op de grens met Zimbabwe waar we bij een grote Shoprite onze voorraadkast weer kunnen vullen.

Geen neushoorns maar wel wild dogs
Wij rijden verder westelijk op weg naar buurland Botswana. Voordat we de rivier oversteken die de grens markeert, slapen we nog een nachtje in Mapungubwe National Park. Een aangename plek onder prachtige oude bomen. Door de droogte zien we vooral veel bijen die de weg hebben gevonden naar een druppelende waterkraan.

Dat verandert vanzelf als we langs de Limpopo-rivier door Tuli-block onze weg zoeken. Jammer dat we niet meer in het Mashatu-gedeelte mogen kamperen. Dat is inmiddels ‘private concession’. We drinken nu alleen koffie onder de majestueuze Nyala-bomen, die vooral of misschien wel uitsluitend, hier groeien. De olifanten zijn er gek op. Die zien we weer veel, reizend in grote families, op zoek naar water en de vruchten uit deze enorme woudreuzen. Dat verveelt nooit.

In Tuli Block komen we terecht op een gekke plek bij Longwope Farmhouse. Helemaal verlaten. Het hek staat open, er zijn een aantal lege kampeerplekken in de buurt van schijnbaar onbewoonde huisjes voor het personeel en een container die dienst doet als koel zwembad. Eerst weten we niet goed of we kunnen blijven. Er hangt een ondefinieerbare, merkwaardige sfeer. Vlak na ons komt Mark aanrijden in zijn oude landrover met achterin een grote schommelstoel. Ziet er comfortabel uit. Hij heeft, slimmer dan wij, contact gehad met de eigenaar en we kunnen staan waar we willen. Later komen er, uit het niets, twee dames, met de sleutels van onze badkamer/keuken en een bezem. Ons plekje wordt aangeveegd en binnen de kortste keren brandt er ook een vuurtje.
We staan in neushoorngebied en hopen lang op bezoek van deze beschermde diersoort. Er is namelijk een waterbak vlakbij. De dames vertellen dat er elke avond wel een exemplaar tevoorschijn komt. Niet dus… Des te groter is de verrassing als er in plaats daarvan vroeg in de ochtend maar liefst negen wilde honden op bezoek komen. De restanten van een impala slepen ze met zich mee.

Khama Rhino Sanctuary en Boteti River
Minstens zo’n grote verrassing is de African Wild Cat, ook zo’n dier dat zich zelden laat zien. Hij (of zij) rolt uit een boom waaronder ik toch al een tijdje probeer een mooi plaatje te maken van de kleurige Crested Barbell. We staan inmiddels in Khama Rhino Sanctuary, een van de toeristische highlights van Botswana vanwege de neushoorns. Beschermd met o.a. hoge wachttorens, wandelen ze hier rond. Meestal proberen we dit soort trekpleisters te omzeilen vanwege de drukte. Inmiddels zijn we bijna vergeten hoe fijn de kampeerplekken in dit gebied zijn. Het is er nu stil en we mogen zelf een mooie plek uitzoeken. Ook weer onder een van de enorme bomen waarin die Wild Cat kennelijk al een prettige uitkijkplek gevonden had. Tot wij kwamen.



Inmiddels groeit de behoefte om ergens een paar dagen te blijven. Tijd voor wat klusjes, de was of een goed boek hebben we onderweg niet echt. De dagen vullen zich met rijden, koffiestop, eventueel boodschappen doen, lunch, nog wat verder rijden, kamp maken, dagelijks onderhoud aan de auto, koken, plannen maken voor morgen, nog een wijntje en dan is de dag alweer om. Alles gaat wat traag omdat de temperaturen boven de 40 graden blijven hangen.
We bellen aan bij CamelThorn Homestead aan de Boteti rivier. Of wat van de rivier over is. De Zuid Afrikaanse eigenaren rijden regelmatig naar Lethlakane dat een paar honderd kilometer verder ligt, om karrevrachten gras te halen voor de nijlpaarden. Er zijn er tientallen die in het laatste beetje bagger wonen. Elke dag komen ze op dezelfde tijd naar het voeding station slenteren waar het gras uitgedeeld wordt. Het is een bijzonder gezicht om deze hele meute nijlpaarden, die meer menselijke slachtoffers maken dan welk roofdier ook, geduldig te zien wachten tot de Landcruiser met aanhanger aankomt. Ze zijn overigens erg kieskeurig. Ondanks de extreme droogte en gebrek aan groen, trekken ze hun neus op voor grassoorten die ze niet kennen .

We staan opnieuw onder een imposante boom (deze keer een waarin verschillende uiltjes wonen) en trekken een paar dagen op met Ben, die op de motor uit Engeland gekomen is. Meer dan spaghetti en een blikje tonijn zijn er in zijn motortassen niet te vinden. In ruil voor een biertje en de afwas, delen we onze steaks met hem. En als hij, letterlijk, in aanraking komt met een schorpioen, kunnen we gelijk onze ‘ instructies bij een schorpioenen-steek’ op hem oefenen. Veel net niet te heet water en een papje van geplette uien. Gelukkig pakt dat goed uit.

De leeuwenmagneet
Onze leeuwenmagneet blijft deze reis aan de gang. Ook nu zijn ze luidruchtig aanwezig aan de andere kant van de droge rivierbedding. De nijlpaarden reageren er nauwelijks op. En ook later, in de Western Woodlands, worden we regelmatig op een concert getrakteerd. Het geluid dat ze maken is, zelfs vanuit de verte indrukwekkend. Het lijkt te resoneren in je borstkas. Heel anders dan het gezaag van een luipaard of het getjilp van de cheetahs. Beiden toch ook intimiderende roofdieren. We horen ze allemaal in de tijd die we in Kgalagadi doorbrengen waar we aardig wat reserveringen bij elkaar gesprokkeld hebben op kampeerplekken aan de Zuid Afrikaanse kant. Bij Wildlife Office in Maun vinden we nog wat extra plekjes aan de Botswaanse kant die we later combineren met Rudy en Sanna. Hen treffen we op Name Pan als ze met hun oude landcruiser en zelfbouw-caravannetje aan komen tuffen (het verhaal daarover lees je in de vorige blog ‘de zon schijnt niet altijd in Botswana’)


De kers op de taart moet dan nog komen. In de Botswaanse kant staan namelijk twee lodges; de Polentswa en de Rooiputs- Lodge. Wij zien daar eigenlijk nooit bezoekers maar we hebben wel ontdekt dat je er, als kampeerder, van het uitzicht mag genieten en een drankje drinken. Heel ongebruikelijk omdat de meeste lodges het gebruik van het terras en de bar exclusief voor de lodge -gasten houden. Genietend van het prachtige laatste licht, komen we bij onze gin & tonic Mercy tegen. Zij beheert al 11 jaar beide lodges en nodigt ons uit voor een drankje in de Rooiputs-Lodge, 200 kilometer verderop. Dat aanbod nemen we graag aan.
Maar eerst nog wat verder lummelen bij Union’s End in het noord-westen van het park en twee dagen pauze bij het fijne verkoelende zwembad in Nossob. Ed’s verjaardag vieren we in stijl op Bitterpan. Met een lekkere steak en een flesje ‘fonkelwijn’ , in gezelschap van een enorme leeuw, zichtbaar gepokt en gemazeld. Hij posteert zich in de nacht vlakbij ons huisje en maakt zijn aanwezigheid luid kenbaar. Op 5 meter van je bed, me.t alleen een canvaswandje tussen jou en het brullende gevaarte, is dat een indringende ervaring.

Kgalagadi is ons deze keer wel heel erg goed gezind. Nooit eerder zagen we hier luipaarden. Dit keer maar liefst twee. In het open veld. De uilen onderweg zijn inmiddels niet meer te tellen en we vinden maar liefst 4 plekken waar een Cape Fox familie huist. Kleine, lichtgekleurde sierlijke vosjes. Ze zijn heel goed te zien doordat de droogte het gras heeft weggebrand. En dan zijn er ook nog de jagende valken en jakhalzen die het de Quelia’s, kwartels en duiven moeilijk maken om te drinken. In de verte zien we een ‘honey badger die niet welkom is bij een familie met jonge jackal’s terwijl niet veel verder een Cheetah net een springbok buit gemaakt heeft.




Maar de leeuwen blijven de rode draad op deze reis. Bij Polentswa zien we ze dagelijks. De grote man ligt vaak als een rommelig tapijtje ergens in de schaduw terwijl de dames op jacht ziin. Bij Nossob is het een komen en gaan van grote roofdieren en langs onze kampeerplaats op Rooiputs passeert, op luttele meters, een hele familie onderweg naar hun drinkplaats. Er loopt een mini- leeuwtje mee in groep. Een kroonprins die in aandoenlijke adoratie zijn vader gade slaat. Niet te dichtbij want de baas van het spul is soms erg humeurig. Is zijn vader niet in de buurt dan oefent hij met de jacht. De duiven vliegen alle kanten op, hem teleurgesteld achterlatend. Het is een doorlopende voorstelling waar we lang naar staan te kijken.

Rooiputs-Lodge
Ik sla soms onze polar-steps verhalen erop na om herinneringen terug te halen. Het is veel deze keer. Niet in de laatste plaats omdat Mercy ons niet alleen een drankje aanbiedt maar ook voorstelt om twee nachten in de lodge te logeren. We krijgen een heerlijk huisje met houten vloeren en worden dagelijks ‘bijgevoederd’ met uitgebreid ontbijt, high tea en omvangrijk diner. We mogen vrij rondrijden op het terrein van de lodge dat voor de kampeerders normaliter gesloten blijft.

Mercy is een energieke Botswaanse met een tomeloze passie voor ‘haar’ leeuwen. Ze weet waar ze zijn, met wie ze vechten, hoeveel cubs er geboren worden en wat hun favoriete routes zijn. Ze is daarnaast ook nog een een onuitputtelijk bron van informatie over het wel en wee van veel andere dieren die zich rondom de lodge bewegen. Ze wijst ons een kerkuil die in de lounge overnacht. In de ochtend wordt de rommel die hij achterlaat weer geduldig opgeruimd. Vlakbij de vuurplaats en onder de keuken huist een familie Cape Fox met kleintjes. Wonderlijk genoeg laten de giftige pofadders, waarmee ze de ruimte delen, hen met rust. Maar de grote attractie is toch wel de leeuwenfamilie die zich rondom, onder en soms in de lodge ophouden. De dagen dat wij er zijn, liggen ze vaak onder een tenthuisje naast ons. Als je onder de buitendouche staat kun je ze een paar meter verder zien slapen. Regelmatig klinkt hun geroep naar familieleden verderop in de nacht. Vinden wij niet erg.


Onderweg naar Tiraz Mountains
Vol van alle indrukken, loom van de warmte en moe van alle onderbroken nachten komt er toch een moment dat we Kgalagadi, via de Namibische grens uitrijden. De lange route naar Mata Mata geeft ons een waardig afscheid. In de kurkdroge rivierbedding van de Aoab houden roofdieren de wacht bij vrijwel elke waterplek. Hyena’s met een happende rel-baby, een moederleeuwin met drie jongen, een grote Martial Eagle. Ze wachten geduldig tot er een prooidier zo dapper is om een drinkpoging te wagen.



We lassen nog extra tussenstops in onderweg naar Windhoek. We hebben de tijd aan onszelf. In de buurt van Keetmashoop is het wat koeler en treffen we het met een stille plek tussen de bijna buitenaardse kokerbomen. Bij Aus wil ik de traditionele schnitzel bij Hotel Bahnhof graag combineren met een kampeerplek bij de wilde paarden, ergens langs de weg richting Luderitz. We komen in een straffe zandstorm terecht en Ed blijkt helemaal niets met die paarden te hebben dus zoeken we onze beschutting op een boerderij verderop. De oudere dame, die de boerderij nog in haar eentje beheert vindt het duidelijk erg gezellig dat er weer kampeerders zijn.

Op onze vaste stek bij At Kronenhof eten we de volgende avond een kruidige Bobotie mee bij Karen en Tjaard. Wij zijn fan van deze plek tussen de giraffen en blesbokken, met zicht op de veelkleurige bergen die het dal omzomen. Dit keer is er ook een baby- giraffe. De auto wordt leeggehaald en opgeruimd, er is genoeg tijd om een back-up van de foto’s te maken en Ed ziet kans om wat technische klusjes aan de auto te doen. Tussendoor lekker dobberen in het zwembad en kletsen met Tjaard, die elke dag wel even komt buurten. De kinderen komen ons ophalen om boogschieten te oefenen. Lekker ontspannen proberen we de tweeling bij te houden met het raken van het doel. Op een grote pallet is een foto van een grote hyena gespijkerd. In de avond rijden we naar ouders van Karen. We kennen ze inmiddels alweer een paar jaar maar op Ganas, hun boerderij 15 Km dieper de vallei in, waren we niet eerder. Er staat springbok-stoofpot op het menu. Vers geschoten.

Afscheid van onze tent
Na een paar ontspannen dagen moeten we toch echt weer verkassen. Onze vlucht naar huis gaat aan het eind van de week. We ruilen de gastvrijheid in Betha in voor een warm onthaal op Elisenheim waar we onze tent uit willen bouwen. Alhoewel met de tent niets mis is, verteert het muggengaas inmiddels in rap tempo door de felle zon. Gaten plakken helpt niet meer. In Windhoek heeft Ed de vrije beschikking over van alles dat in de werkplaats van Andreas voorradig is en we krijgen een kamer als de tent eenmaal weggehaald is. In de kerstperiode is het bedrijf eigenlijk gesloten maar voor de vaste gasten gaat het hek altijd open. Er worden auto’s afgeleverd voor de stalling of net weer opgehaald. Er worden carnets meegebracht voor andere stallers en bij Christina ingeleverd. Zij heeft haar handen vol aan de pakketdienst waarmee regelmatig spullen afgeleverd worden. Ook onze nieuwe tent neemt ze na veel gedoe bij de douane, in maart in ontvangst ( zie onze vorige blog).

Wij horen op deze plek inmiddels tot het meubilair en zijn in de loop van de jaren erg gesteld geraakt op de zorgzaamheid van Christina , Andreas en hun hardwerkende gezin. We houden van de gemoedelijkheid en reuring hier. Veruit de meeste ‘stallers’ maken gebruik van de camping en veel kampeerders kennen elkaar of al vanuit Europa of van ergens onderweg. Ongebruikt blikgoed, sim-kaarten of andere overbodige spullen vinden zo een nieuwe eigenaar. Wij zien ook wel dat de camping na al die jaren wel wat gedateerd is. Ook de kamers kunnen een nieuw verfje gebruiken, dus Instagram-hotspot zal het niet worden bij Elisenheim. Maar zeg nou eerlijk; wie zit er te wachten op ‘hip en happening’ als je zoveel gastvrijheid ten deel valt.

Route
Zuid Afrika
Kruger NP (Letaba, Balule, Satara, Punda Maria), Venda ( Camp Mangwele), Mapungubwe NP ( Mazhou Camp),
Botswana
Tuli Block (Longwope Farmhouse), Serowe (Khama Rhino Sanctuary), Boteti River ( CamelThorn Homestead), Maun (Sitatunga Campsite), Ghanzi (Symponia Lodge& Camp), Kang (Juliet Hotel & Camp), Zutshwa (Name Pan), Kgalagadi NP ( Long Rambuka Wild Camp, Polentswa, Nossob, Bitterpan, Rooiputs, Rooiputs Lodge),
Namibië
Kalahari Road (Kalahari Game Lodge), Keetmanshoop (Messosaurus Fossil Camp), Tiras Mountains, (Tiras Guest ), Betha ( At Kronenhof), Windhoek (Elisenheim)