Wegwee

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal

Wegwee

Het heeft iets gerustellends om je kwaal te kunnen benoemen. Ook al is ie nog zo onschuldig. Iklees dat er serieus wetenschappelijk onderzoek naar gedaan is en voel me opeens bijzonder.  Ook Ed heeft er, gelukkig in gelijke mate, last van. Mijn aandoening is niet langer anoniem maar heeft een naam gekregen. ‘Wegwee’.  Het is het blije gevoel dat je bekruipt als je thuis komt maar dat al voor thuiskomst naar de periferie verschoven  wordt door de onstuitbare drang naar de volgende reis. Ik hoef nu niet langer meer uit te leggen dat ik het heerlijk vind om thuis te zijn, in de tuin koffie te drinken, twee keer per dag te bellen met mijn zusje en vrienden en bekenden weer te zien maar dat ik dat alleen fijn vind in de wetenschap dat we eind september weer vertrekken.  Als iemand ons vraagt waarom we alweer weggaan, kan ik vertellen dat dat komt doordat er bij ons inmiddels een tamelijk onschuldig maar ongeneeslijk virus is geconstateerd.  Wegwee; heimwee naar onderweg zijn.

Neushoorns in Marakele

 

Pauze in Marakele

 

Na onze vakantieweken  in Mozambique hebben we eigenlijk geen concrete plannen meer.  We weten dat we midden juni een gereserveerde stoel hebben van Windhoek naar Amsterdam en dat er nog maar een paar dagen resten voordat ons visum voorZuid-Afrika, eind mei,verloopt. De Afrikaanse winter heeft voorzichtig zijn intrede gedaan. Overdag blijven de temperaturen in de hoge twintigers hangen maar in de avonden koelt het aan het eind van de middag snel af. Zover zelfs dat we wolkjes ademen in de koude avondlucht. Bibberend onder de douche is niet wat ons voor ogen stond op een reis in Afrika maar het voordeel is wel dat we,vrijwel zonder uitzondering, lege kampeerplekken treffen.

       In een aantal korte rij-dagen steken we het noord-westen van Zuid Afrika over naar de grens met Botswana. Voordat we de grens over gaan, slaan we nog een paar dagen ons kamp op in Marakele, een nationaal park van bescheiden afmetingen in een oud, bergachtig gebied. We zijnhier eerder geweest en verknocht aan het prachtige uitzicht op de omliggende groene heuvels en de neushoorns die op korte afstand van onze overnachtingsplek in de namiddag bedaard voorbij komen wandelen. Vanwege deze kolossale,prehistorisch aandoende dieren is de wijde omtrek van het park, beducht op stropers, bewaakt met behulp van camera’s en bewapende mannen. Een begrijpelijke reaktie op een onbegrijpelijke dreiging.

 

Giganten in Botswana

 

         Het zijn voorlopig de laatste neushoorns die we zullen zien. In Botswana leven  de enige exemplaren alleen nog in Khama RhinoSanctuary waar we dit keer niet langs rijden. Wat we wel veel zien is olifanten. Botswana wordt niet voor niets aangeduid als ‘The land of theGiants’. We zien er honderden. En dat is slechts een fractie van de 135.000 giganten die eeuwenoude routes volgen en hun weg zoeken naar water, waar danook. Een van hun routes loopt langs Elephant Sands, een plek waar in 2002 een kunstmatige waterplaats gebouwd werd om de talloze olifanten, halverwege hun lange weg naar de Zambezi rivier, van water te voorzien. De laatste keer dat we hier waren had een van de olifanten net de keukenmuur omver geduwd. Het watertroggen waren leeg en de ondernemende olifant was simpelweg op zoek naar een andere waterbron.  

         De keuken is inmiddels herbouwd en de dagelijkse ritjes van de waterwagen, nodig om de waterbakken gevuld te houden, hebben plaats gemaakt voor een permanente wateraansluiting. De camping en het aantal safaritenten zijn aangepast aan de populariteit  van Elephant Sands, waar de wilde olifantende voornaamste attractie zijn. Ze laten zich in alle soorten en maten zien. De safaritenten zijn in een ruime kring om het waterpunt neergezet waardoor je het idee krijgt dat er een openluchttheater is gecreëerd.   Zo rond de koffie lijkt het alsof er ergens een, voor ons niet hoorbare, bel gaat en de voorstelling kan beginnen.  Vanaf dat moment lopen  ze van alle kanten af en aan. Via de camping, voorzichtig over de scheerlijnen van de kleine tentjes stappend, langs onze wagen om nog snel het struikje naast ons leeg te rukken, tussen de safaritenten door of met een omweg via de douches waar verlekkerd het douchewater wordt opgeslurpt. Ik vind het geweldig om onder de warme douche oog in oog met een olifant te staan die zich aan de andere kant van het muurtje tegoed doet aanhet zoete water.

         Er lopen families met kleine babies die geen raad weten met hun slurf, breedgeschouderde mannen met lange slagtanden. Humeurige exemplaren en vrolijke grapjassen. Er zijn er die bescheiden op hun beurt wachten en er zijn er die schaamteloos voordringen. Er wordt getoeterd, geduwd, gesnuffeld en geknuffeld. En er worden bovenal heel erg veel lawaaiige winden gelaten met een odeur die lang blijft hangen . Wat een voorrecht om deze reuzen van zo dichtbij  en zo intensief mee te maken. De indringende lucht die een paar dagen later nog aan onze kleren lijkt te plakken, nemen we voor lief.

Lekhubu Island

 

Zoutpannen in Makgadikgadi en ‘n biertje in Maun

           

          De regentijd aan het begin van dit jaar heeft heel weinig regen gebracht. Daardoor is het niet alleen in de Okavango Delta veel droger dan gebruikelijk maar zijn ook de grote zoutpannenin het hart van Botswana kurkdroog. Dat geeft ons de onverwachte gelegenheid om in deze tijd twee oeroude eilanden in de Sua Pan te verkennen, restanten van het veel grotere Mkgadigadi-meer dat zo’n 10.000 jaar geleden droog viel.  In het natte seizoen zijn deze plekken niet te bereiken doordat de regen de pan verandert in een dikke modderbrei waarin deauto vastgezogen wordt. Door de droogte hebben we dat probleem nu niet.

      De meeste eilanden bestaan hier uit fossiel zand. Alleen  Lekhubu en Kokunje hebben een granieten basis waarop schilderachtige baobabs groeien. De bomen zijn naar schatting 3000 ofmisschien wel 4000 jaar oud en hebben voor de lokale gemeenschappen een spirituele betekenis. Lekubhu aan de westkant van de zoutpan is prachtig door de veelheid aan grote grillig gevormde baobabs. Ook al door de mystieke uitstraling als de Melkweg in het donker weer in ons gezichtsveld draait. Kokunje aan de andere kant van de zoutvlakte oefent per definitie aantrekkingskracht op ons uit vanwege de desolate ligging.  We zijn de enige bezoekers sinds weken en overnachten onder een oude boom op een heuvel met zicht op de grote zoutvlakte. De stilte is bijna oorverdovend.  

      Na wat omzwervingen in Mkgadigadi National Park rijden we uiteindelijk Maun binnen,  de levendige uitvalsbasis voor alle bezoekers die de nationale parken in de delta willen verkennen.  Wij hebben onszelf een koud biertje bij de pizza beloofd na een warme douche op Sitatunga, een kampeerplek die wat buiten Maun ligt. Onze bestelling wordt geannuleerd door de eigenaar. Er is die avond een braai georganiseerd voor vrienden en familie en wij zijn meer dan welkom om aan te schuiven. We belanden in een illuster gezelschap van lokale tour-operators, park-rangers, gidsen en beroepsfotografen. Stoere mannen met harige benen in korte broeken die geweldige verhalen vertellen over hun bush-avonturen. Het gaat over onverwachte ontmoetingen met leeuwen, luipaarden,nijlpaarden en olifanten die altijd net goed aflopen. Na de nodige biertjes nemen we laat afscheid van deze groep grote en gastvrije mannen die het voor ons ook nog mogelijk maken om eind september een paar bijzondere wildcamps te boeken in Botswana.

        Misschien is de gastvrijheid die we onderweg genoten hebben wel de rode draad door onze route in de afgelopen maanden. Wildvreemde mensen die ons een veilige plek op hun terrein aanboden in de buurt van Pretoria ‘omdat die camping niet veilig is’, Ina en Leon die ook nog voor onze maaltijden  zorgden terwijl we alleen maar een kampeerplek deelden in Mabua, Chris en Sas, die hun huisjeop het duin voor ons openstelden, de dierenartsen in de Karoo die ons de gelegenheid gaven om mee te kijken bij hun onderzoek naar de leeuwen. En dan doen we veel mensen onderweg echt tekort. Vaak hebben we elkaar verbouwereerd aangekeken omdat de vanzelfsprekendheid waarmee die gastvrijheid je aangeboden wordt niet zo vanzelfsprekend is als we weer thuis zijn.

Dus als je wilt weten waarom wij eind september weer vertrekken is het niet alleen vanwege de heimwee naar onderweg zijn maar zeker vanwege de heimwee naar die vanzelfsprekende gastvrijheid.

Route

Graskop, Seekoeigat, Thabazimbi (Marakele NP), Tulliblock, Francistown, Kukonje Island, Lekhubu Islan, Gweta Elephant Sands, Magadkgadi, Maun, Grassland Safari Lodge, Gobabis, Windhoek

No items found.
Story tags:

More Stories from Archive