Paradijselijk Mozambique

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal

Eddie zit goedgemutst,buiten, op het overdekte terras, met weids uitzicht over de Indische oceaan opons te wachten. Het is een klim naar het gezellige huisje van Chris en Sascha,dat hoog boven op een duin in Tofo gebouwd is. Vijftig ongelijke houten tredenvoordat we bij het hek staan dat opgetrokken is uit tientallen metersgevlochten droge palmbladeren en waaraan je kunt zien dat het hier flink kan waaien. Dan nog het pad omhoog door de tuin waarin de palmbomen welig tieren. Alsje hier land koopt dan dien je voor elke palmboom, en dat zijn er meestal nogalwat, een bedrag te betalen. Daarmee voorkom je dat de buren of andere bewonersin het dorp, ongevraagd je kokosnoten komen plukken.

        Eddie komt wel vaker even buurten,maar blijft meestal niet zo lang plakken. Vandaag maakt hij echter op geen enkel moment aanstalten om te vertrekken. Pas als Sas later in de middag een berichtje krijgt, snappen we waarom hij niet weg te branden is.  Zijn baasje, die twee duinen verderop woont,blijkt vanochtend onverwacht voor een paar dagen naar Zuid Afrika te zijnafgereisd. “Of ze een paar dagen voor de hond wil zorgen”. Die heeft zich dan allang op het houten terras van het huisje op het duin  genesteld.

     Eddie is niet de enige die zomaar op bezoek komt. Soms treft hij zijn vriendin Mila. Zij hoort eigenlijk bij deeigenaar van het huisje maar die is inmiddels weer vertrokken naar Nederland.Of Taco, die meestal woest blaffend een terrein af komt hollen dat aan het begin van het zandpad ligt op weg naar de trap. Hij blaft fel maar doet geen vlieg kwaad.

       In Tofo lopen veel honden op straat. En op de markt, op het strand en langs de weg. Wij maar denken dat dit zielige straathonden zijn. Nu we de gelegenheid hebben om wat langer aan de dagelijkse gang van zaken hier deel te nemen, merken we dat de honden een eigen dorpsgemeenschap vormen. Soms zien we ze ontspannen liggen doezelen op het groente- en fruitmarktje vlak bij het strand, of op jacht naar krabben in hetnatte zand.  Op gezette tijden wordt er vergaderd op het pleintje, gezamenlijk gebadderd in het zoute water en dan weer gespeeld op het strand. Ook als er ‪zondagavondlife muziek op een vaste plek in het dorp gespeeld wordt, zijn ze van departij. Op zoek naar wat te eten of een aai van zomaar iemand. Ze blijken vrijwel allemaal een baasje te hebben die voor ze zorgt maar soms logeren ze gewoon ergens anders. Niet omdat het moet, maar omdat ze daar op dat momentgewoon zin in hebben.

Hondenplezier in Tofo
 De capelana-hemel

Als we op onze route opeens de oceaan tussen de palmbomen door zien glinsteren, weten we dat we bijna het schiereiland van Inhambane bereikt hebben. Dit levendige stadje, met zijn doolhof aan kleine straten, ligt aan het eind van een smalle weg die ons langs de talloze huisjes en palmbomen naar het begin van de laatste kilometers voor  Tofo brengt.  En naar het begin van een paar heerlijke weken aan de Mozambikaanse kust.  We doen de dingen die alle toeristen in deze ontspannen kustplaats doen. Verse vis eten op het terras, cocktails drinken bij een oranjerode zonsondergang, wandelen op het strand en  mooie stofjes kopen op demarkt. Maar dan net even anders.  Het grote verschil is dat wij de mazzel hebben te kunnen logeren bij Sas en Chris,die inmiddels aardig ingeburgerd zijn in Tofo en omgeving.

     De vis kopen we aan het hek van de tuin.Kreeft, vis en grote garnalen worden in de nacht gevangen en door de inmiddels vaste visleverancier met de illustere naam ‘Value’, in de ochtend aangeboden.Geen sterrenrestaurant kan concurreren met kreeft van de BBQ , op het terrasvan het huisje op het duin, met je voeten in het warme zand, genietend van delaatste zonnestralen.

      En vonden wij het strand aan de baai van Tofo al prachtig, dan doet de kust bij Barra er nog een schepje bovenop. Het strand is alleen bereikbaar bij eb en heeft, vanwege de inlandse ligging, geen branding. Omstandigheden die uitgelezen zijn voor de kitesurflessen die Chrisgeeft aan vooral beginnende kitesurfers. Voor hem is het lastig dat er met enige regelmaat  dhows aanmeren (houten lokale zeilboten) meestal net te dicht bij of onder de grote kites die door de beginnende surfers nog weleens ongecontroleerd een snoekduik maken. Maar wij vinden het een prachtig gezicht, die oude, door de zon verschoten zeilen van de dhows in combinatie met de felle kleuren van de ultramoderne kites en het eindeloze verlaten strand.

      Kleuren, kleuren, kleuren. Ik krijg er hier geen genoeg van. Ook al door de fleurige capelana’s die door de vrouwen gedragen worden. Doeken, die kunstig vastgeknoopt als wikkelrok, als babydraagdoek, of als boodschappentas gebruikt worden. Gefascineerd door al die kleuren en patronen probeerde ik vorig jaar al te achterhalen waar al deze prachtige stofjes te koop zijn. Met matig succes.  Gelukkig heb ik in Sas in deze zoektocht een trouwe bondgenoot, en zij weet het adres van het cappalana-paradijs te achterhalen.  In Maxixe, een uur rijden van Tofo. In een winkel met snelkookpannen, kooktoestellen en blikken verf.  Alsof ik dat zelf niet had kunnen bedenken  

Capalana-paradijs

 

Kite-surfen,sushi en kip

 

De dagen rijgen zich met gemak aan elkaar. Als er wind is, kan Chris bijna dagelijks zijn uren maken met lesgeven in Barra. Aspirant kitesurfers hebben de weg al snel gevonden naar de shop, die overdag door Sas bemand wordt. De professionele, en ook weer kleurige, kite-spullen springen in het oog, vooral ook omdat Mozambique niet gezegend is met veel kwaliteitsspullen. Hun shop is gevestigd onder het dak van Peri Peri, de toonaangevende duikschool in Tofo, waardoor het de hele dag een druk komen en gaan is van duikers en snorkelaars. Leuk om te zien dat de kitesurfaktiviteit al zo snel een eigen identiteit ontwikkeld heeft.

        Tussendemiddag  eten we regelmatig samen bij Mama Bia, een nogal schimmig restaurantje op de markt maar waar de kip met rijst heerlijk smaakt. Of halen we een glas verse ananassap bij een van de stalletjes. Tofo blijkt ook over een fantastisch sushirestaurant te beschikken waar je eigenlijk elke avond wel wilt eten.  Er blijftg enoeg tijd over om wat achterstallige klusjes in en om het huis, aan de quad en aan de auto’s te doen, te snorkelen bij de grote mantaroggen en een praatje te maken bij deze en gene.

 

Fotosafari in Inhambane

 

        Als Chris in de auto stapt om les te gaan geven, start Ed de quad om via een hobbelige duinweg langs de stranden te crossen. Sas en ik zoeken de bus op voor een dagje fotograferen in  Inhambane. Het, op het eerste oog, chaotische stadje blijkt een schat aan oude koloniale gebouwen te herbergen die heel ergdoen denken aan Cuba maar dan met de kleurige Mozambikaanse eigenheid. D elange, stampvolle busrit langs de blauwe lagoon achter Tofo, is al een belevenis op zich, niet alleen omdat er zoveel te zien is onderweg maar vooral ook omdat Mozambikanen heel erg vriendelijk zijn. Ondanks ons beperkte Portugees is er onderweg ruimte voor een grapje en een lach.  Behalve bij het instappen, dan is niemand beleefd en is het zaak je ellebogen gericht te gebruiken.

 

       De busrit eindigt op het busstation bij de kakelbonte markt waar we schuchter onze eerste foto’s maken. Al dwalend door de stad vinden we nog een capalana-hemel, een telefooncel die gebruikt wordt als kledingrek en een oude vervallen scheepswerf. In een hoekje wordt nog gewerkt maar de rest van wat ooit een levendige werf geweest zou kunnen zijn,is ingestort en wordt langzaam opgevreten door de zoute lucht en de brandende zon. We worden naar binnen gewenkt door een man achter een oude draaibank. In gedachten zie ik ons thuisfront de wenkbrauwen fronsen als we op onze slippers tussen de restanten glas en puin scharrelen. We vinden zelfs een schimmelig kantoor waar de ordners nog uit de kasten puilen.  

       Ik vermoed nog meer opgetrokken wenkbrauwen, als we vlakbij het enige koffieterras dat Inhambane rijk is, over een muurtje klimmen bij een onbewoonbaar pand. Eigenlijk zijn we dan op weg naar een graffiti walvis, die verderop kunstig op een vervallen muur is gespoten. Onderweg  zien we  dat de buitenkant van het huis volledig overgenomen is door een boom waarvan de wortels inmiddels als grote tentakelsdoor de ramen naar buiten groeien. Alleen de muggen besteden aandacht aan ons(vooral aan onze enkels) als we door de overwoekerde, verlaten kamers struinen.Onder genot van een heel erg smakelijk koud lokaal biertje wachten we laat in de middag, stoffig en warm na onze fotosafari op de bus.

Inhambane

 

Kruger als toetje

 

      Hoe verleidelijk het ook is om in het huisje op het duin te blijven plakken, onvermijdelijk breekt toch ook weer de dag aan dat we onze spullen bij elkaar zoeken en de lange trap naar beneden afsjouwen. We voelen ons thuis in het dorp waar we in korte tijd veel mensen leren kennen. Het heeft iets knus als de jongens op de markt mij 'camera-mama'  noemen. En ik ben verknocht aan de vroege ochtendzon met verse koffie en uitzicht over de Indische oceaan, in de hoop de eerste migrerende walvis tezien. Het is eigenlijk net of we op vakantie zijn.

 

           We sluiten onze logeerpartij in stijl af met nog weekje samen kamperen. Alsof we nooit anders doen.  Chris en Sas met hun nieuwe Toyota Hilux, een geleende tent en nog wat spullen die ze over hielden aan hun grote reis vanuit StPancras naar Kaapstad. En wij met onze Harry, volledig bepakt en bezakt en van alle gemakken voorzien reizen we weer via het binnenland van Moçambique naar het Krugerpark. Nog een kleine twee dagen rijden.  We hebben een haat-liefdeverhouding met het enorme Krugerpark. De drukte, het asfalt en de soms rumoerige kampen zijn niet ons ding. Maar we zien altijd wel veel wild en dat maakt het alweer gauw goed.Op een avondsafari liggen er zomaar vier mannetjesleeuwen op het nog warme asfalt. In eerste instantie lijken ze alleen maar wat te liggen suffen maar al snel komt er beweging in het viertal. De twee grotere exemplaren, die er met hun gehavende koppen en hypnotiserende blik, uitzien als echte moordmachines, maken de jongere generatie duidelijk dat ze hun eigen weg moeten gaan. Er wordt gemept en gegromd. Pas als de twee oudere heren gezamenlijk besluiten om uit volle borst de jongere garde toe te brullen, lijken ze de boodschap te begrijpen. Naar ons hebben ze ook hun puntgemaakt. Alhoewel het gebrul ver reikt is het niet het geluid dat indruk maakt. Vooral de resonantie die je in je borstkas voelt, maakt duidelijk dat er met deze jongens niet te spotten valt.

      Maar de kers op de taart is toch dat iemand ons op de allerlaatste avond, een uurtje voordat de hekken sluiten,wijst op een dode impala die hoog in een boom hangt. Er is niet veel van over en we zien de dat de ribben al ver afgekluifd zijn  Alleen luipaarden stellen op deze manier hunprooi veilig zodat ze tijdens hun maaltijd niet gestoord worden door andere roofdieren. Precies op dat moment zien we een luipaard in het vroege avondlicht omhoog klimmen en haar weg zoeken naar haar prooi ennnn............, tot onze verbazing, ook naar haar jong dat vanaf een hogere tak al naar de impala hengelt. Twee luipaarden met hun prooi! een waardiger afscheid kunnen we onsniet bedenken. Dankjulliewel, lieve Sas en Chris, voor jullie open huis in de afgelopen mooie weken.

Kruger NP, Malalene gate
Route

Tofo Quissico, Xai Xai, Kruger NP

No items found.
Story tags:

More Stories from Archive