Expeditie Nederland

Lees het verhaal
Karin Saakstra
Lees het verhaal

Eerlijk is eerlijk, de zomer vliegt voorbij. Vanaf het moment dat we in Maart met een van de laatste reguliere vluchten uit Oeganda thuis komen, hebben we vaak zonnig weer. Zo zonnig, dat we meer tijd buiten doorbrengen dan binnen. Zeker nadat Ed een extra terras heeft gebouwd, dichter tegen het huis aan. Onze favoriete beschutte stek in de koele ochtenden en de zwoele avonden.

        Ik keek niet uit naar de lockdown  in Nederland. Opgesloten, niet vrij kunnen gaan en staan. Het lijkt me verschrikkelijk. Het is raar stil in onze buurt. We missen opeens de gebruikelijke verkeersgeluiden en het verre gebrom van vliegtuigen op Schiphol.  Alsof we niet eerder iets hebben zien vliegen kijken we naar een incidenteel vliegtuig dat over ons huis vliegt, richting China. De vertrouwde witte streep tegen de blauwe hemel, brengt herinneringen naar boven aan de lagere school in Badhoevedorp toen je nog elk vliegtuig nawees.

         In de eerste paar weken maken we wat schichtig en schrikkerig alleen een wekelijks tripje naar de supermarkt,  het AH-karretje als een soort schild tussen ons en de rest van de wereld gebruikend. Maar we merken al heel snel dat onze bewegingsvrijheid veel groter is dan we vooraf hadden bedacht. We wonen niet ver van het strand en de Waterleidingduinen, een uitgestrekt natuurgebied. Samen met mijn zus oefen ik met de fotocamera’s en gaan we op zoek  naar herten, hagedissen en vossen. Ergens in Mei begint een van onze favoriete restaurants met ‘koffie-to-go’. Gelijk een mooi excuus om naar Haarlem te fietsen om, op de kademuur van het mooie Spaarne, van de verse koffie en een smakelijk broodje osseworst te genieten. Een welkome afwisseling tussen het opruimen van de garage, volgen van webinars en uitzoeken van de reisfoto's.

Waterleidingduinen
Wegwee

Dat neemt niet weg dat onze wegwee, het verlangen om onderweg te zijn dat zo’n wezenlijk deel van ons uitmaakt, regelmatig de kop opsteekt. Onze vlucht van 9 Juli wordt tot nader order uitgesteld. Dus halen we met enige regelmaat een stukje Afrika onze huiskamer in. We kunnen het continent voorlopig niet voelen of ruiken. Maar in contact blijven lukt heel goed. Ik ben heel erg nieuwsgierig naar wat er zich daar afspeelt. Hoe zit dat met de lockdown, explodeert Corona of valt het mee en hoe leef je in een land zonder ( economische) vangnetten?  Met graagte luisteren we naar kleine en grote verhalen van onze vrienden en bekenden ter plekke en we zijn altijd weer onder de indruk hoe iedereen, onder lastige omstandigheden, zonder gemopper, van de nood een deugd weet te maken. Hun zorgen zijn meestal van hele andere aard dan bij ons, ook al door het ontbreken van goede medische zorg of een financiele ondersteuning. Met onze vaste garage en onze stalling in Namibië hebben we regelmatig app-contact en horen hoe het stilvallen van het toerisme hen hard raakt.  We mailen veel met Zimbabwe. Niet alleen met familie maar we zijn inmiddels ook bevriend geraakt zijn met mede-vrijwilligers van onze laatste game-count. Gebrek aan ongeveer alles,weten zij meestal vindingrijk op te lossen. Er staat inmiddels een drum met diesel op ons te wachten voor onze volgende route door Zimbabwe.  En we zijn blij met de uitnodiging om op enig moment een paar dagen door te brengen in ‘wilderness’, een beperkt toegankelijk gebied in Hwange, een van de grote nationale parken, waar helaas  stropers langzaam vrij spel lijken te krijgen

       Chris en Sas volgen we ongeveer ‘life’ als ze van het knusse huisje op het duin in Mozambique verhuizen naar hun eerste eigen huis in het dorp en vertederd maken we kennis met de aandoenlijke ridgeback-pup van André, die alleen ( maar niet eenzaam)  in Malawi de wacht houdt tot de kindjes weer naar de school van Stichting Floja mogen komen. Intussen houden we ook contact met Ken en Lorraine, die bijna 20 weken goed gemutst vast staan op Jungle Junction,  hun kampeerplaats in Nairobi. Zij zijn weliswaar gehecht geraakt aan de veel te dikke Rufus, een van de campinghonden, maar kunnen hun geluk niet op als ze eindelijk wat meer bewegingsvrijheid krijgen om door Kenia te reizen.

En we horen regelmatig wat van Farouk in Kampala. Hij past op onze  Harry en is elke keer weer aanstekelijk enthousiast over de auto die zonder problemen start als hij de motor laat draaien. Hij wordt geïnstalleerd als voorzitter van de Rotary in Oeganda en wij krijgen een uitnodiging om de plechtigheid on-line bij te wonen. Dat de eindeloze stroom aan toespraken die vooraf gaat aan de overdracht van de voorzittershamer nauwelijks verstaanbaar is en bovendien de life-stream onderbroken wordt door een hacker die een riedeltje Afrikaanse porno met ons deelt, vinden we niet eens raar.  Het past precies bij het kleurige, levendige en chaotische beeld dat wij van het land hebben. En, niet onbelangrijk, het houdt bij ons het vertrouwen levend dat  er een moment komt dat we toch weer voorzichtig een nieuwe reis door Afrika kunnen plannen.  

Zomaar onderweg

Pieterpad

Intussen blijft de wegwee borrelen en borrelen en heeft een uitweg nodig. Daarnaast, heb ik pijnlijk ontdekt dat het thuis ook niet helemaal veilig is. Ik maak een smak in de tuin en stuiter met mijn hoofd op een betonnen rand. Zes hechtingen, een blauw oog en een knallende koppijn later, voel ik me net zo onhandig als mijn moeder op haar tachtigste.  Het is hoog tijd voor een plan. De grens kunnen we dan nog niet over en Ed is niet te porren voor een paar dagen kamperen in Nederland als blijkt dat het privé sanitair uit een Dixie naast onze Harry 1 bestaat.  

Gelukkig mogen midden juni  de gemeenschappelijk sanitaire voorzieningen van de campings  weer open en dat geeft ons opeens de mogelijkheid om een oud en vaag plan , concreet te maken.  We gaan het Pieterpad lopen. Van het Groningse Pieterburen naar de Sint Pietersberg in Maastricht. 498 kilometer en een logistieke uitdaging omdat we onderweg in onze eerste trouwe Troopy willen kamperen. Dat betekent puzzelen en keuzes maken. De kampeerplek mag namelijk niet te ver van de route liggen en vanaf het eindpunt van de dagetappe moet onze slaapplek bereikbaar zijn met de fiets of het openbaar vervoer. We verwachten dat er veel meer mensen op pad gaan. ‘Alsof de koeien in het voorjaar voor het eerst naar buiten worden gelaten’ beschrijft een van de campinghouders het treffend. Maar we schrikken als onze eerste plek in het pittoreske Winsum een soort betonplaat is waar de luifel van de buren ongeveer aan ons klapdak grenst. Nadat de eerste verharde, etappe door de uitgestrekte Groningse koolvelden door het benauwde weer, veel langer voelt dan 12 kilometer, laat een lichte twijfel over dit plan zich geniepig horen. Het is nog ver naar Maastricht ......  Een wat wildere slaapplek en een onverwacht culinaire pareltje, met zicht op de knusse jachthaven, drukken het stemmetje de kop in. De weifeling verdwijnt, ondanks de blaren, definitief, als de lange, wat saaie fietspaden naar het gezellige Groningen langzaam plaats maken voor de bospaden in Drenthe. De Drentse wolf treffen we niet, wel een kleine ree, een snelle marter, dartelende eekhoorns en hazen zo groot bijzettafeltjes. Ze maken zich razendsnel  uit de voeten maken als we langs lopen. Met hun oude fluisterende beuken hebben de bossen iets geheimzinnigs. Het zonlicht filtert door de bladeren en onthult op onverwachte plekken de mysterieuze hunebedden. Een terugtrekkende gletscher heeft duizenden jaren geleden de enorme zwerfkeien, afkomstig uit het Zweedse hoge noorden, achtergelaten waarmee zo’n 3500 jaar geleden de prehistorische grafkamers geconstrueerd werden. Wat ons plezierig verrast is de afwisseling in het landschap, de ruimte en de rust. Vanuit onze drukke randstedelijke woonomgeving is het lastig voor te stellen dat we zomaar twintig kilometer over verlaten heidevelden en door afgelegen bospercelen kunnen lopen zonder iemand tegen te komen. Behalve op het Baloerveld. Daar treffen we zomaar Cees en Anneke, oude bekenden van de skivereniging die we al jaren geleden uit het oog verloren.

De afwisseling van de ene dag door de stille verlatenheid lopen en een boterhammetje eten, zittend op een boomstam en de andere dag een plezierig terras met koffie en een verse appelpunt vinden, smaakt naar meer. Na 100 kilometer en drie campings zien we dat het weer begin juli gaat veranderen. Een beetje lafhartig bedenken we dat er thuis ook nog wel wat te doen is en we schuiven het vervolg van onze wandeling naar Maastricht uit tot het weer opknapt.  Expeditie Nederland wordt vervolgd........

Kampeerplaats in Winsum

No items found.
Story tags:

More Stories from Archive